Geringde knuppelslak

Eubranchus vittatus (Alder & Hancock, 1842)

Family
Eubranchidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Eubranchus vittatus
Geringde knuppelslak © Lodewijk van WALRAVEN
Eubranchus vittatus
Eikapsel © Lodewijk van WALRAVEN
Voedsel © Peter H. van BRAGT

Lengte

Max. ca. 30 mm.

Synoniemen

Eolis vittata (original name)Cratena vittataEolis cingulataEolis hystrixEubranchus cingulatusGalvina cingulataGalvina vittata

Karakteristieke kenmerken

Relatief lange, slanke slak. Cerata: enigszins vingervormig afgerond aan de top; met drie bruine pigmentringen; staan in twee rijen van gepaarde clusters met ca. 2 tot 7 cerata per cluster.

Andere kenmerken

Lengte tot 30 mm. De gladde rhinoforen zijn langer dan de koptentakels. De cerata zijn slank met tot drie enigszins gezwollen ringen en vaak een beetje geleiachtig uiterlijk. De bruinachtige vertakkingen van de middendarmklier vullen net niet de gehele cerata.

Te verwarren met

Onmiskenbaar.

Kleur

Variabel: meestal roestbruin of groenachtig met veel bruine, groene tot bijna zwarte pigmentvlekjes. De cerata zijn bruin, met een witte of gelige pigmentkap, daaronder een bruine ring en op de cerata nog eens 2-3 smalle bruine of groene pigmentringen. Rhinoforen en koptentakels zijn lichtbruin met in het midden een bruine band en wit of gelig pigment op de bovenste helft.

Eieren

Een kort, wit, plat, halfrond tot cirkelvormig lint, dat op de zijkant bevestigd, vaak op de prooi wordt afgezet. Nog niet in Nederland aangetroffen.

Prooi

Hydropoliep, Hydrozoa: uitsluitend, monofaag foeragerend op de hydropoliep Kirchenpaueria pinnata.

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.

Seizoenstrend

Er zijn onvoldoende Nederlandse gegevens/waarnemingen om een trend te analyseren en geen jaarlijkse Nederlandse waarnemingen. Slechts éénmalig aangespoeld aangetroffen, september 2011. Is elders in Europa het gehele jaar aangetroffen, met de meeste waarnemingen van maart t/m oktober.

Verspreiding in Nederland

Uitsluitend en éénmalig, in september 2011, aangespoeld aangetroffen op het zeewier Japans bessenwier Sargassum muticum begroeid met de prooi: bij 't Horntje, Texel. Het is onzeker of de soort gevestigd in de Nederlandse Noordzee aanwezig is. De prooi komt, ver van de kust, algemeen voor in de Nederland. Geen geregistreerde waarnemingen uit de Westerschelde, Veerse Meer, Oosterschelde, Grevelingenmeer, Haringvliet en Noordzee.

Verspreiding in Europa

Het Arctisch gebied, Noorwegen, Groot Brittannië, Ierland, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, tot in de Middellandse Zee.