Grote boompjesslak
Dendronotus europaeus Korshunova, Martynov, Bakken & Picton, 2017
Lengte
Tot ca. 10 cm, zelden tot 18 cm.Karakteristieke kenmerken
Groter dan 6 cm. Tot 7, soms meer, meervoudig vertakte cerata staan gepaard in twee laterale rijen, op richels aan de zijkanten van het lichaam. Onregelmatig vertakte kopuitsteeksels op de voorrand van de kop.Te verwarren met
Dieren kleiner dan circa 6 cm zijn lastig te onderscheiden van de Kleine boompjesslak D. frondosus en Onverwachte boompjessslak D. keatleyae. Dieren zonder bruin pigment kunnen verward worden met D. lacteus die nog niet met zekerheid in de Nederlandse Kustwateren is aangetroffen.Andere kenmerken
Behoort tot de orde Nudibranchia: de echte naaktkieuwige zeenaaktslakken. Lengte tot 10 cm, zelden tot max. 18 cm. De rhinoforen staan in een hoge complexe schedes. Franjevormige aanhangsels op de rand van de schedes steken boven de rhinoforen uit. De achterste franje is meestal opvallend verlengd. De top van de rhinoforen is verbreed en bezet met lamellen. Bij volgroeide slakken zijn de cerata groter en complexer dan bij de Kleine- en Onverwachte boompjesslak Dendronotus frondosus en D. keatleyae. Lichaam meestal, zonder prominente puntige wratten op de rug en zijkanten.Kleur
Basiskleur is semitransparant grijswit met variabel, meer of minder bruine tot roodbruine pigmentvlekken en strepen. Soms ontbreekt dit pigment en zijn de slakken hoofdzakelijk wit tot geel.Eieren
Dikke, geleiachtige, witte, soms roze snoeren met een onregelmatig golvende structuur die meestal in een slordig kluwen rondom de basis van de prooi wordt afgezet. Tot ca. 30.000 embryo's per eiersnoer. Deze eiersnoeren zijn veel dikker, groter en meer geleiachtig dan de eiersnoeren van de Kleine boompjesslak D. frondosus en Onverwachte boompjessslak D. keatleyae.Prooi
Hydropoliepen, Hydrozoa: Penneschaft Tubularia indivisa en Gorgelpijppoliep Ectopleura larynx. Waarschijnlijk ook andere soorten hydropoliepen.Endo- en Ectoparasieten
Er is een geregistreerde Nederlandse waarneming van een endoparasitaire copepode Splanchnotrophidae sp. infectie in een exemplaar van de Onverwachte boompjesslak D. keatleyae: Oosterschelde, mei, 2008. Er zijn nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van infecties met ectoparasitaire copepoda op de drie Nederlandse soorten boompjesslakken.Opmerking
In 2017 is, op basis van DNA- en anatomisch onderzoek, de Boompjesslak D. frondosus opgesplitst in Grote boompjesslak D. europaeus en met de nieuwe Nederlandse naam: Kleine boompjesslak D. frondosus. Vervolgens is in 2023 de Kleine boompjesslak opnieuw opgesplitst in o.a. de Kleine boompjesslak en de Onverwachte boompjesslak D. keatleyae. Omdat voor 2023 alle waarnemingen van de Kleine- en Onverwachte boompjesslak en voor 2017 alle waarneming van Nederlandse boompjesslakken als één soort, de Boompjesslak D. frondosus zijn geregistreerd, is er nu nog maar weinig bekend over de exacte geografische verspreiding en ecologie van de drie individuele soorten boompjesslakken in Nederland en elders. Waarnemingen van boompjesslakken die niet met zekerheid tot op de soort gedetermineerd kunnen worden, kunnen geregistreerd worden als behorende tot het boompjesslak-complex. Zie ook de soortpagina van het boompjesslak-complex.
Seizoenstrend
In Nederland is de soort lokaal, jaarlijks waargenomen. Met de meeste waarnemingen van slakken en eiersnoeren van april t/m juli. Elders in Europa: de soort is het gehele jaar door waargenomen. Zie ook de bovenstaande opmerking.Verspreiding in Nederland
Leendert Bomme heeft in zijn publicatie van 1773 al een boompjesslak afgebeeld en beschreven. Mogelijk was dit een Grote boompjesslak.De Grote boompjesslak is met name bekend van de westelijke Oosterschelde, Westerschelde en zelden in het Grevelingenmeer. Ook bij Texel en in de Noordzee. Boompjesslakken Dendronotus sp. komen lokaal algemeen voor op alle dieptes: in vooral de centrale en westelijke Oosterschelde en Westerschelde. Zelden in het Grevelingenmeer. Ook bij Den Helder, in de Waddenzee o.a. bij Texel, aangespoeld op de Noordzeestranden en op wrakken in de Noordzee. Niet in het Veerse Meer of Haringvliet. Zie ook de bovenstaande opmerking.
Verspreiding in Europa
Noorwegen, Zweden, Groot-Brittannië, Ierland, en Nederland, Zeer
waarschijnlijk meer verspreid over de Noordwest-Europese kust. Zie ook
de bovenstaande opmerking.Title
Content