Groot glasmuiltje
Lamellaria latens sensu lato complex (L40) (Linnaeus, 1758)
Family
Lamellariinae
Family
Velutinidae
Superfamily
Cypraeoidea
Order
Littorinimorpha
Subclass
Caenogastropoda
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Groot glasmuiltje © Peter H. van BRAGT
Eikapsel © Marco FAASSE
© Peter H. van BRAGT
Lengte
Max. ca. 25 cm voor de schelp, 40mm voor het gehele dierSynoniemen
Helix perspicua (original name)Bulla haliotoideaHelix neritoideaLamellaria cochinellaLamellaria spirolineataMarsenia perspicuaMarsenia rangiiLamellaria perspicuaSigaretus antarcticusSigaretus kindelaninusSigaretus rangii
Karakteristieke kenmerken
Met een dunschalige inwendige schelp. Mantel, meestal met variabele wratjes, bedekt de gehele voet. Mantel met een kleine opgekrulde huidplooi aan de voorzijde. Dorsaal zonder kieuwkrans, rhinoforen of cerata.
Te verwarren met
Andere soorten uit de geslachten Marsenia en Lamellaria die op de noordwest Europese kust aangetroffen kunnen worden. Er zijn echter nog geen bevestigde andere soorten in de Nederlandse kustwateren aangetroffen.Opmerking
Bij de vondst van het eerste Nederlandse exemplaar in 2009 werd er, op basis van externe anatomische kenmerken en de toen geldende taxonomische consensus, van uitgegaan dat het Lamellaria perspicua (Linnaeus, 1758) betrof.
In de Fassio et al. (2022) publicatie is de taxonomie van de Velutinidae, mede op basis van DNA data geheel herzien en werd die naam aangepast naar Marsenia perspicua (Linnaeus, 1758). In 2025 is, in het kader van het ARISE-project van Naturalis Biodiversity Center (Leiden) voor het eerst het DNA-profiel van een Nederlands glasmuiltje geanalyseerd. Dit komt overeen met het DNA-profiel van Marsenia latens sensu lato complex (L40) uit Fassio et al. (2022). Sensu lato (Latijn) betekent: in brede zin: d.w.z. onder deze naam vallen meerdere sterk op elkaar lijkende, nog niet nader benoemde, soorten, die mogelijk alleen op basis van DNA-data van elkaar onderscheiden kunnen worden.
In de Fassio et al. (2022) publicatie is de taxonomie van de Velutinidae, mede op basis van DNA data geheel herzien en werd die naam aangepast naar Marsenia perspicua (Linnaeus, 1758). In 2025 is, in het kader van het ARISE-project van Naturalis Biodiversity Center (Leiden) voor het eerst het DNA-profiel van een Nederlands glasmuiltje geanalyseerd. Dit komt overeen met het DNA-profiel van Marsenia latens sensu lato complex (L40) uit Fassio et al. (2022). Sensu lato (Latijn) betekent: in brede zin: d.w.z. onder deze naam vallen meerdere sterk op elkaar lijkende, nog niet nader benoemde, soorten, die mogelijk alleen op basis van DNA-data van elkaar onderscheiden kunnen worden.
Fassio et al. onderscheiden mondiaal ten minste 4 genetisch onderscheidende populaties in het Lamellaria latens complex: met onderling 11-13% genetische divergentie. Omdat dit Nederlandse exemplaar op het oog waarschijnlijk overeenkomt met alle sinds 2009 in Nederland aangetroffen exemplaren gaan wij er van uit dat alle eerdere Nederlandse waarnemingen ook tot Lamellaria latens sensu lato complex (L40) behoren.
Andere kenmerken
Geen echte zeenaaktslak (orde Nudibranchia), maar behoort tot de familie Velutinidae in de orde Littorinimorpha. In Nederland zijn exemplaren met een lengte tot ruim 40 mm waargenomen. De mantel is geheel om de inwendige schelp gegroeid en bedekt de gehele voet. Mantel is soms glad, zonder wratjes. Soms begroeid met epibionten: andere zeediertjes zoals mosdiertjes, samengestelde zakpijpen, e.d.. Koptentakels worden bedekt door de mantel en zijn alleen zichtbaar bij kruipende dieren. Schelp met 2-3 windingen, waarvan de laatste groot en oorvormig is. De schelp ondersteunt het half bolvormig uiterlijk van de slak.Kleur
Variabel: grijswit, geel- tot paarsbruin, oranje, soms gemarmerd met donkerdere of lichtere vlekken. Slakken zijn op hun prooi vaak goed gecamoufleerd.Eieren
Eitjes worden in flesvormige eikapsels van ca. 2.5 mm afgezet, in door de slak zelf gemaakte kleine holtes in de prooi.
Voedsel
Samengestelde zakpijpen, Ascidiacea: Druipzakpijp, Didemnum vexillum.Endo- en Ectoparasieten
In de Oosterschelde is op deze soort een aan Doridicola agilis verwante ectoparasitaire copepode aangetroffen. Het is niet bekend welke soort copepode het is geweest. Er zijn geen Nederlandse waarnemingen bekend van endoparasitaire infecties in deze soort.
Seizoenstrend
Verspreiding in Nederland
Sinds 2009 in Nederland, in uitsluitend de Oosterschelde, aangetroffen. Op alle dieptes, ook in het littoraal. Ook in de Waddenzee. Niet bekend van de Westerschelde, Veerse Meer, Grevelingenmeer, Haringvliet, Noordzee of aangespoeld op de Noordzeestranden.
In Bruyne et al. (2013) wordt als onderscheidende soort ook het Klein
glasmuiltje Lamellaria latens (Müller, 1776) beschreven dat aangevoerd
op drijvende voorwerpen en éénmalig ook als Noordzee visserijbijvangst zonder traceerbare herkomst, is aangetroffen en daarom mogelijk in de
Noordzee aanwezig zou kunnen zijn. Uit de beschikbare gegevens en door
het gebrek aan DNA gegevens van Nederlandse exemplaren is niet op te
maken welke overeenkomstige soort in Fassio et al. (2022) het betreft.
Mogelijk is het of Lamellaria latens sensu lato complex (L39) of (L41),
die beiden ook in Noorwegen voorkomen.
We kunnen niet uitsluiten dat er meerdere Marsenia en/of Lamellaria soorten in Nederlands kustwateren zijn of worden waargenomen. Zonder DNA-data is het echter onmogelijk om waarnemingen tot op de soort exact te determineren.
We kunnen niet uitsluiten dat er meerdere Marsenia en/of Lamellaria soorten in Nederlands kustwateren zijn of worden waargenomen. Zonder DNA-data is het echter onmogelijk om waarnemingen tot op de soort exact te determineren.
Verspreiding in Europa
Omdat veel waarnemingen in mondiale databases gebaseerd zijn op de uiterst variabele externe morfologische kenmerken, die voor veel soorten overlappend zijn, en verouderde taxonomische structuren, zijn de data van de mondiale verspreidingen van deze onderliggende soorten niet betrouwbaar.
Title
Content